Andalusië, bij de boeren in Spanje - Reisverslag uit Sevilla, Spanje van Renate Berg - WaarBenJij.nu Andalusië, bij de boeren in Spanje - Reisverslag uit Sevilla, Spanje van Renate Berg - WaarBenJij.nu

Andalusië, bij de boeren in Spanje

Door: Renate van den Berg

Blijf op de hoogte en volg Renate

29 Juli 2015 | Spanje, Sevilla

Een vakantie boeken is niet onze sterkste kant. Nee dat is ook zeker niet iets wat we in Januari al geregeld hebben, zoals de rest van Nederland. De rest van Nederland, die zich gedraagt zoals Nederlanders zich betamen te gedragen. Wij niet. Wij zijn immers ook niet van de vijftien minuten eerder aanwezig zijn dan het tijdstip dat we hebben afgesproken, doe ons maar vijftien minuten later. Zo boekten we ons ticket en huurden we een auto een maand voor we gingen, nadat we besloten de reis via Arke toch te annuleren. Lekker zelfstandig, spontaan, niet afhankelijk en enigszins aan de late kant, dat zijn woorden die ons typeren als het gaat om reizen. Naast het reizen eigenlijk ook. Wendelien bracht ons weg naar Amersfoort, zodat wij daar de trein konden halen. Die haalden we niet. Geen probleem, een cappuccino lost veel op en het vliegtuig wacht wel. Op ons wel. Een uur later stonden we bij de incheckbalie op Schiphol. Wat een fijne plek is dat toch. En hoe meer je op vliegvelden in het buitenland komt, hoe fijner het wordt, maar dat ligt wellicht aan de vakantiebestemmingen. Een vliegtuig van Transavia liet ons een paar uur later veilig landen in Sevilla.

Sevilla. Een stad in het zuiden van Spanje, in de provincie Andalusië. Mensen in deze provincie worden een beetje omschreven als de boeren van Spanje. Niets van gemerkt overigens. Geen tractor gezien. Als ze praten merk je het schijnbaar wel, ze slikken de laatste letters in. Eigenlijk wel ideaal, veel makkelijker om Spaans te leren, merken we. Spaans leren is ook wel nodig, merken we ook. We gaan in de rij staan om onze auto op te halen die we hebben gehuurd. Een geweldig Nederlands stel staat voor ons. We denken dat die man zijn moeder heel erg mist en dat hij daarom een vrouw of vriendin heeft gekozen die precies de rol van een moeder vervult. Goed voorbereid zijn ze in ieder geval, netjes stickertjes op de koffers zodat je ze uit duizenden kan herkennen. Uiteraard ook hetzelfde motiefje op de koffer. Alleen de unisex rode jassen ontbreken, maar daar is het hier ook veel te warm voor. Wij zijn ook goed voorbereid. We hoorden dat de mensen van de autoverhuur je een extra verzekering proberen aan te smeren en dat ze dan soms heel agressief worden. Daar hebben wij natuurlijk wel zin in, ik bedoel wij zullen dan wel even laten zien dat je ons niet zomaar wat kunt aansmeren. Enigszins teleurgesteld krijgen we de auto zonder problemen mee, zonder dat ze ook maar een poging doen een extra verzekering aan te smeren. We lopen een stukje naar de plek waar honderden auto’s staan om te verhuren. Nu snappen we wel waarom ze een extra verzekering proberen aan te smeren, daar verdien je vast een leuk zakcentje mee. Klinkt als moderne tollenaars, maar wij hebben ze dus niet ontmoet. Jammer. We krijgen wel een heuse Ford Focus mee, in plaats van een Ford Ka. Onze koffers passen nu dus in de daarvoor bedoelde kofferbak, in plaats van op de achterbank. Goed controleren, zodat we ook als we de auto terugbrengen sterk in onze schoenen staan. Een mevrouw loopt om onze auto heen en houdt een rondje voor ieder soort van beschadiging en concludeert dat er geen beschadiging groter is dan het rondje. Ze legt ons uit dat als wij een beschadiging maken die buiten het rondje komt, dat we dit dan contact moeten betalen. Ze wil ook per se dat we de auto niet getankt terugbrengen want anders kost ons dat extra geld, mochten zij erachter komen dat de tank niet helemaal vol zit. We houden voet bij stuk en willen de auto gewoon afgetankt terugbrengen. Ze rolt met haar ogen, niet dat we dat zagen maar we weten zeker dat ze dat deed. Dat was vast en zeker ook het seintje dat we de Spaanse wegen onveilig mochten gaan maken.

Daar gingen we. De wegenkaart in het ANWB boekje is iets complexer dan de wegenkaart in het ANWB boekje van Kreta. Op Kreta heb je namelijk één rondweg. Hier niet. Wij vinden heus de weg wel. We volgen namelijk gewoon de borden Sevilla en dan zien we het daar wel weer. We zoeken een fijne radiozender op en daar gaan we, inclusief muziek. De reis verloopt soepel. We hebben het adres, maar als we in Sevilla aankomen, merken we voor het eerst dat het misschien toch ietwat eigenwijs was om ook geen Tom Tom van de mevrouw, die met haar ogen rolde, te huren. Er staan wel borden langs de weg met allerlei bewegwijzering, maar de straatnaam van onze bed and breakfast natuurlijk niet. We besluiten na een klein beetje zoeken de auto aan de kant te zetten en een winkel in te lopen om de weg te vragen. We komen er dan gauw achter dat Spaanse mensen in Andalusië heel slecht Engels spreken. We komen er dan ook achter dat ze wel heel bereid zijn een spoedcursus Spaans te geven. De winkels zijn dicht. Siësta natuurlijk, om 14.00u sluit alles. Gelukkig is een kantoortje nog open, wat het precies voor kantoor is, weten we niet. Ze hebben in ieder geval alle administratie nog op papier, gezien de reeks mappen in de ijzeren kasten aan de zijkant en ze spreken er geen Engels. We vragen naar ‘Santa Barbara’, de straat van ons bed and breakfast. Ze praten heel snel en knikken glimlachend naar ons, vragend om bevestiging die wij niet kunnen geven. We lachen ook maar lief. We mogen gaan zitten. De vrouw gebaart dat we even moeten wachten. Ze belt en ondertussen ratelt ze heel veel in het Spaans. Ze praat ook wel Italiaans geeft ze aan. Geen optie. Frans bieden wij. Tevergeefs. Wij praten Engels, zij Spaans. Het werkt. Uiteindelijk sluit ze de deur van het kantoor en loopt met ons mee. Dat niet alleen, ze stapt ook bij ons in de auto. Een moment twijfelen we. Een andere optie lijken we ook niet te hebben zonder Tom Tom. We wisselen een ‘ach wat doen we moeilijk, het is vakantie’ blik uit en die blik maakt dat we nog geen uur geland zijn of we laten een Spaanse vrouw in onze auto meerijden. Kein problem. Heel snel leren we nu Spaans. De vrouw wijst Renate de weg, die pijlsnel alle richtingaanduidingen in Spaans weet en ondertussen geeft ze Annely een culturele rondleiding door de stad en zij weet in no time alles over alle gebouwen en wegen die we passeren. Wat een rolverdeling en zowaar we komen ook nog aan bij het juiste adres. Wij blij. Zij blij. Onze kamer is klein maar kneuterig. Nadat we de auto op een in onze ogen herkenbare plek hebben geplaatst aan de rondweg, lopen we naar een pleintje in de buurt waar we in de nauwelijks verkoelende schaduw wat drinken. ’s Avonds ontdekken we de stad en we eten daar heerlijk in het gezellige Sevilla.

De volgende dag wordt een drukke dag. We besluiten een rondje te lopen door de stad. We gaan natuurlijk op zoek naar de moderne parasol waar Sevilla om bekend staat. Imposant midden in de stad vinden we deze. Min of meer toevallig lopen we tegen het Alcazar aan, het Koninklijk paleis van Sevilla. Prachtige architectuur met mooie, historische Moorse elementen. Indrukwekkend. De tuinen zijn ook ontzettend groot. Die koning had het niet verkeerd als hij Sevilla zo nu en dan bezocht. Andalusië heeft veel overblijfselen van de Moorse cultuur en architectuur omdat deze cultuur hier het langst heeft stand gehouden tot heel Europa zich bij de Katholieken aansloot. We gaan de brug over waar we over een rivier kijken. Het is prachtig. Erg warm ook. Die middag ontdekken we een Mercado. Wij houden van eten en dat is hier in overvloed. Allemaal kleine eetverkooppunten in één hal met verschillende soorten eten. Stukjes pizza en pasta, Paella, rauwe hammen, fruitspiesen, koffie, sushi en nog meer. We besluiten hier wat te lunchen. Na nog een rondje door de stad zien we nu vlakbij de parasol ook mensen staan die ons naar binnen proberen te lokken om de Flamenco te zien die avond. Dit willen we graag, want ja, dat hoort wel echt bij Andalusië. We boeken een ticket, doen een kleine powernap, maken ons klaar en gaan erheen. We genieten van het dansen en verbazen ons over de manier waarop ze dansen. Hun voeten klikken pijlsnel over de betonnen vloer, het klappen en het knippen in de vingers versterken het ritme en de zang, de rokken van de opgemaakte dames zwieren in het rond, om het nog niet eens te hebben over het verbluffende en vooral hele snelle gitaarspel. Het klinkt ietwat Arabisch, maar dit verbaasd ons dan weer niet. We spreken de gitarist nog even en hebben een klein gesprekje met hem. Interessante informatie over de Flamingo. Schijnt officieel niet eens vanuit Spanje te komen. Hij was ook ooit in Nederland geweest. Een mooie avond, daarna eten we een hapje langs het water en besluiten nog een drankje te doen, wederom aan het water. We ontmoeten twee Italiaanse mannen waar we gezellig mee aan de praat raken. Zij bevelen ons aan naar Plaza de España te gaan de volgende dag. We spreken met hen af om elkaar daar te ontmoeten om 13.00u.

De volgende dag merken we pas dat we ons ontzettend hebben vergist in de precieze plek waar we onze auto hebben geparkeerd aan die oneindig lange rondweg. Het zweet druipt van ons voorhoofd als we de auto zoeken. We lopen met onze koffers en veel te volle rugzak op onze rug. Te vol voor dit tijdstip van de dag. Het is 13.00 uur. Na een half uur zoeken, enkele scenario’s over wat er met de auto gebeurd kon zijn en een tiental (of meer) chagrijnige uitgingen hebben we onze auto gevonden. Eindelijk. We zetten de airco op standje tornado en genieten van de koude lucht. Niet lang daarna komen we aan bij Plaza de España. Schitterend is het eerste wat we kunnen uitbrengen. We lopen naar de verfrissende fontein in het midden, bijna een uur later dan dat we hadden afgesproken met onze Italiaanse vrienden, Alessandro en Alessandro. Geen grap, zo heten ze. We hebben het gecheckt op hun ID kaart uiteraard. We konden ze niet vinden en besloten zelf te genieten van deze mooie plek. Talloze bruggetjes brengen je naar het overdekte gedeelte van het gebouw dat de fontein als het ware omsingeld en iedere provincie van Spanje is vertegenwoordigd door een tegeltje aan de onderkant van dit gebouw. Een mooie afsluiting van Sevilla, we vervolgen onze weg naar het zuiden: Cadiz. Een badplaats.

Cadiz is een plaats waar we heerlijk tot rust komen. We genieten van de gezellige badplaats die ons ook niet veel te bieden heeft en we liggen heerlijk op het strand. Als we ’s avonds door de stad dwalen, komen we onverhoeds toch nog terecht bij een voorstelling van de Flamenco. Dezelfde klanken maar een geheel andere uitvoering. Dit keer een vrouw alleen, maar wat een genot om naar de kijken. Er schijnt een klein festival te zijn in Cadiz waar we vervolgens naar op zoek gaan. Dit kost enige moeite. In één van de zijstraatjes van de bochtige rondweg van Cadiz vinden we het dan toch. Groots opgezet maar als we binnen op het pleintje komen, staat er voor ons gevoel een handjevol mensen. We bestellen een ‘cerveza’ en doen een dansje. We raken nog aan de praat met wat Spaanse jonge mensen die overigens ook amper een woord Engels spreken en zowaar ook nog met een man uit Los Angeles. Fantastisch een vriendschapsverzoek op Facebook van een Amerikaan van middelbare leeftijd. We mochten altijd bij hem langskomen. Bedankt! We besluiten uiteindelijk toch maar niet verderop te gaan met de Spaanse lui en zoeken onze weg naar het kleine hotel waar we verblijven. Na heerlijk uitrusten in Cadiz gaan we naar het zuidelijkste puntje van Spanje. De borden langs de kant van de weg worden inmiddels ook in het Arabisch weergegeven.

Tarifa is de welbekende oversteek voor mensen uit alle delen van Europa die hun familie in Marokko gaan bezoeken met bepakte busjes. Tarifa blijkt niet groot te zijn. We vinden ons hotel heel snel. Het is er heerlijk luxe en we besluiten het strand te zoeken. We waaien zowat weg en dit is niet overdreven. Het strand is gauw gevonden, nadat we wat verlaten speelplaatsen overlopen en jawel op het strand wordt ook gesurft. Fijn om naar te kijken. We genieten van een heerlijk, gezonde burger met een lekker koud drankje : Tinto de Verano. Dit is iets wat ze hier heel veel drinken, een zusje van de Sangria maar met minder alcohol. Hier op het terras is het genieten van de wind. Als we later op het strand liggen, worden we min of meer gezandstraald en de stroming in de zee is ook erg sterk. Helemaal verwaaid en onder het zand durven we uiteindelijk het hotel toch binnen te stappen. Weinig andere keus hebben we ook niet. Het hotel ook niet. We hebben immers betaald. Het stadje Tarifa is in de avonduren erg gezellig en vol mensen. Een klein beetje spijt hadden we wel dat we hier maar één nachtje zouden blijven. Kleine, smalle straatjes vol gezelligheid vonden we achter een dikke stadsmuur waar we door een poortje naar binnen liepen. We aten bij een aardige man die wél goed Engels sprak en ons vertelden waar we het best heen konden gaan die avond. We liepen zijn lijstje van vier gezellige plekken af en hebben genoten van deze avond.

De volgende dag hebben we sterk behoefte aan koffie en een lekker ontbijtje. Iets verderop in de straat vinden we een goed plekje nadat we hadden uitgecheckt. Tijdens het eten, genoten we van de indrukwekkende beelden op een klein televisietje in de hoek van dit tentje. Surfers. Die trekken allemaal massaal naar deze badplaats, naast de rest van de Spaanse bevolking die graag op vakantie wil in eigen land. Een klein beetje zoals wij naar Zeeland op vakantie gaan, maar dan anders.

Onze volgende plek was Malaga. Onderweg hebben we nog een wit dorpje bezocht. Vejer de la Frontera. De benaming ‘wit dorpje’ is niet overdreven. Alle gebouwen zijn wit en het uitzicht is ‘stunning’. We verdwalen door de kleine straatjes, vervullen onze behoefte aan koud drinken om uiteindelijk onze weg te vervolgen. In Malaga gaat het zoeken naar een parkeerplek niet vanzelf. We hebben de complete stad doorgekruist en nog een keer, tot we besluiten de auto ergens aan de rand van de stad te parkeren. In deze stad is niet veel te beleven, maar dit wisten we van tevoren al. Onze slaapgelegenheid is van dezelfde eigenaar als een hostel in een paar straatjes verderop, maar die van ons net iets beter voor elkaar inclusief wasmachine. We deden wat boodschapjes en vielen in slaap op onze verkoelde kamer. Die avond dwaalden we net als die middag door de stad op zoek naar een eetgelegenheid, dit viel wederom niet mee. Besluiteloos. Uiteindelijk vonden we een plek waar we een pizza besloten te eten. Spontaan vroegen we aan wat jongens op hetzelfde terras in het Nederlands of het lekker was, ze keken ons ietwat apart aan. Deze jongens bleken Deens te zijn maar wel vriendelijk. We maakten een praatje en zonder make-up liepen we uiteindelijk met hen mee om een drankje te doen. Een erg gezellige avond, wat ervoor zorgden dat we de volgende dag om 13.00u ontbeten met een warme lunch bij het strand. Ze verkochten in dit restaurant aan zee ontbijt tot 11.00u en dan pas vanaf 13.00u lunch zonder koude gerechten, helaas waren wij er precies om 12.00u. Ondanks het vreemde tijdstip om te ontbijten en het ongewone ontbijt, hebben we heerlijk genoten en zijn daarna fijn wezen zonnen. Wat een fijne dag. Die avond hebben we weer tien dezelfde rondjes gelopen door de stad, als het er geen elf waren. We streken neer bij een tapasbar en aten een paar tapas tot we merkten dat we hier toch geen zin in hadden. Na nog een rondje lopen, hebben we uiteindelijk bij een gezellig tentje Paëlla gegeten van een hele lieve vrouw. Daarna geslapen als een roos.

Granada stond op de planning de volgende dag. Hier keken we erg naar uit, vooral om het mooie Alhambra te bezoeken. De thermometer stond op 39 graden terwijl grote druppels uit de hemel vielen, toen we daar aan het eind van de middag aankwamen in ons allergrootst hotel met, jawel, een zwembad op het dak. Dit zwembad was een rondje en als je zou gaan drijven kon je met je hoofd min of meer de ene kant aanraken terwijl je voeten leunde op de andere kant van het zwembad. Dit is ietwat gechargeerd, maar toch. Het zwembad was misschien iets groter en verkoelend, we hebben er gelijk maar even gebruik van gemaakt nadat we ons op ons ontzettend grote bed hadden laten vallen. De stad konden we bereiken door een lange weg af te lopen. Aan het begin van de avond stond de thermometer in de stad op een 43 graden. Echt verkoelende avonden zijn er hier niet bij. We liepen een plein over, waar we werden aangesproken door een jongen op een segway. Verbaasd waren we dat hij én goed Engels sprak en ook een behoorlijk woordje Nederlands kon spreken. Hij had een jaar in Nederland, Nederlands gestudeerd. Nu leerden hij ons een paar Spaanse woorden en hij wees ons de weg naar een straat waar je de beste tapas kon eten, van de Spaanse locals. Hij vertelde dat de tapas hier op het plein niet zo lekker was als daar, omdat dit te toeristisch was en dus ook veel te duur. We zagen allerlei fijne winkels waar we voorbij liepen om vervolgens de donkere straatjes achter deze winkelstraat in te slaan. Hier zouden we fijne plekjes moeten vinden met lekkere tapas. Het was er donker en alle gebouwen leken grauw in het magere licht van een enkele straatlantaarn. Uiteindelijk wilden we niet te lang wachten en besloten we ergens te gaan zitten. De jongen had niet overdreven, de tapas was overheerlijk en we betaalden nog geen tien euro met z’n tweeën en neem maar aan dat wij echt geen kleine eters zijn. We besloten nog een klein stukje verder te lopen om deze avond af te sluiten met een biertje. Deze plek was qua omgeving iets gezelliger dan de vorige, maar nog steeds geen mooie omgeving. Het bier echter was fantastisch, een enorme keuze bier uit allerlei Europese landen stond op de menukaart, de ober was meer dan hartelijk en sprak Engels. We beloofden hem dat we de dag erna bij hem zouden eten, hij had namelijk een aanbieding van 2 liter bier met tapas voor tien euro met z’n tweeën. Uitgeput vielen we neer in ons bed en sliepen.

De dag erna moesten we vroeg op, want wij hadden natuurlijk nog geen kaartje voor het Alhambra gekocht of gereserveerd. Die tickets bleken om 8.00u ook niet meer verkrijgbaar voor de volgende dag. Eigenlijk hadden ze pas weer kaartjes voor volgende week. Tja. Iets met een goede voorbereiding is het halve werk. Gelukkig konden we een kaartje kopen voor de complete indrukwekkende wijk in Granada waar we allerlei badhuizen en Moorse plekjes konden bezoeken incl. toegang tot het Alhambra en dit kaartje zou twee dagen geldig zijn. Perfect. Voor ons gemaakt. Er is altijd een weg. We zouden deze dag doorbrengen in het Albayzín, de indrukwekkende wijk met allerlei badhuizen en Moorse kleine paleisjes, zo bleek. We hebben ontzettend veel gezien, maar wat was het veel water drinken en rustig blijven. Sommige plekjes waren in een soort binnenhofje met veel bomen waar we genoten van geen zon. Die avond aten we bij de vriendelijke ober met de aanbieding van twee liter bier met tapas. Het was erg gezellig en voldaan lagen we die avond in ons hele grote bed. De volgende dag moesten we vroeg met de bus richting de Alhambra, het was vroeg maar genoeg mensen waren al aanwezig in het Alhambra of op weg er naartoe. Net als wij. Het busje stopte voor de ingang en wij konden zo doorlopen want we hadden al een kaartje. Tjonge wat een voorbereiding. We liepen door de imposante tuinen zo het Alhambra in. Een enorm paleis. Het waren er volgens ons wel meer dan één. Het paleis van Karel V die een beetje lijkt op het pantheon in Rome, een nog groter paleis van een sultan waarvan de naam of vergeten is (door ons) of onuitspreekbaar. In totaal een stuk of vijf paleizen met ieder z’n eigenheid en prachtige Moorse details. Uiteindelijk kwamen we in, je raadt het vast : een paleis. Deze was al enigszins afgebroken, maar je kon nog wel heel goed de structuren zien van de kleine huisjes waar de werknemers die werkzaam waren in het paleis in woonden. Bizar. We konden nog een toren opklimmen, waar de nodige papieren in ons hand uiteindelijk niet onnodig fungeerden als waaiers en we naderhand een liter water wegdronken. Het was het uitzicht over heel Granada wel waard.

Córdoba, onze laatste bestemming werd die middag bereikt. Onze auto was bijna wit, zoveel stof als deze had gevangen de afgelopen dagen. We konden de auto in een zijstraatje vlakbij het hotel gratis parkeren. We liepen het hotel binnen en het voelde een beetje alsof we het verkeerde hotel waren binnengelopen. Er stond beveiliging bij de deur en er waren in ieder geval al twee liften te zien in de grote ruimte waar we binnenliepen. We liepen naar de balie en kregen onze sleutel (lees : kaartje). Met de lift naar de zesde verdieping. In de kamer konden we het wederom niet laten om in het bed te springen. Vergeleken met de kleine bedbank de eerste nacht, kon je wel zeggen dat we een behoorlijke sprong hadden gemaakt in grootte van bed, gelukkig van klein naar groot. Dat is altijd makkelijker wennen. Het zwembad was tot acht uur open op de achtste verdieping, dus we besloten nog snel even een rondje te zwemmen. Wat een prachtig zwembad, zeker niet een grootuitgevallen Jacuzzi zonder bubbels zoals in Granada. Het was voor korte duur, maar wel heerlijk. Daarna hebben we uitgebreid gedoucht in onze ruime douche. Niet tegelijk, geen zorgen. Rond een uur of tien liepen we richting het centrum. Door de airco in het hotel was het even behoorlijk schrikken toen we buiten kwamen, we kregen een klap in ons gezicht : zo warm. We liepen oriënterend naar de overkant van de straat, bemand met een kaartje. We zagen een leuk binnenhofje, helaas kon je daar alleen een wijntje drinken. Ook lekker maar niet op de nuchtere maag. Na een uurtje te hebben rondgelopen, vonden we uiteindelijk een Mercado, waar we niet voorbij wilden lopen. Dat was ons zo goed bevallen in Sevilla. Heerlijk gegeten en voldaan gingen we terug naar ons hotel. We zwaaiden allebei van onze eigen kant van het bed naar elkaar en vielen als een blok in slaap. Heerlijk uitgeslapen liepen we de volgende dag weg. Het regende. Google vertelde ons dat het in Andalusië ongeveer twee á drie dagen regenden in de maand Augustus. Dag één of dag twee, als je die paar druppels in Granada ook meetelt. Hebben wij weer. De temperatuur was verder gelukkig prima. Vandaag zouden we naar de Mezquita gaan. Het was weer even zoeken nadat we een heerlijk ontbijtje binnen hadden genuttigd (en helaas niet op de roze stoeltjes buiten konden zitten vanwege de regen), maar we vonden het redelijk snel. Het was een sobere plek. Een binnenplaats omringt met muren. We kochten een kaartje en de eerste blik binnen was verre van sober. Onder de indruk waren we. De hoeveelheid zuilen, de ruimte, alles wat je buiten niet had verwacht. En in het centrum van het gebouw was de katholieke kerk met prachtig orgelspel, wat deze indrukken versterkte. Mensen met hoofddoekjes, zomerjurkjes liepen dwars door de kerk door naar de volgende hoeveelheid zuilen. Het was letterlijk een kerk omringd met een moskee. We hebben er een hele tijd rondgelopen en genoten. Buiten verdwaalden we door de kleine straatjes waar de Mezquita mee werd omringt. We kwamen bij een brug en staken deze over, inmiddels waren de temperaturen weer opgelopen tot richting de 40. Veel zin om lang rond te lopen, hadden we niet meer. Al die indrukken van de afgelopen week moesten een plaatsje krijgen en wat eten ging er ook wel in. We liepen door de kleine straatjes, toen we aan de rechterkant een restaurant zagen met witte tegels en dezelfde boogjes en elementen als in de moskee. Daar hebben we heerlijk Spaans gegeten. Daarna hebben we nog lekker geshopt. Nou ja. Lekker? De winkels waren dicht, op een paar winkels na, waar we dan toch maar naar binnen zijn gelopen. Die avond deden we rustig aan en gingen we op tijd slapen.

De laatste twee dagen in Spanje zouden aanbreken, waarvan we deze eerste in het zwembad wilde doorbrengen. We bemachtigden mooie plekjes. De zon werkte niet echt mee, het was bewolkt maar afijn, de temperatuur was prima. We zwommen wat, lazen wat en genoten. Niet voor lang helaas. Eerst wat druppels, maar uiteindelijk kwamen deze grote druppels ook door de parasol heen. We besloten ons om te kleden en richting Sevilla te rijden aan het begin van de middag. De regen had flink doorgezet. Dag twee of drie, wederom afhankelijk van het meetellen van de paar druppels in Granada. Statistisch gezien hadden wij nu beide regendagen in Augustus meegemaakt. Hebben we dat ook weer meegemaakt. We reden door de regen richting Sevilla. We konden nu zonder hulp de weg vinden. Voordat we Sevilla echt binnenreden besloten we eerst onze auto te wassen. In Sevilla was het weer droog, dus hij zou niet gelijk weer vies worden. We vonden ons gezellige bed and breakfast en parkeerden de auto voor de deur. Een vriendelijke man hielp ons en wij waren direct verliefd. Eigenlijk niet op de man maar op de bed and breakfast en de inrichting. Heel sfeervol. Hier konden we onze vakantie goed afsluiten. We parkeerden de auto in de buurt en slenterden door de stad. We keken of we de Flamingoman nog konden vinden, maar helaas. We zitten nu aan de andere kant van Sevilla en zitten nu vlakbij de moderne parasol. Op de weg naar de stad vanaf onze slaapplek komen we telkens een man tegen die niet meer heeft om te overnachten dan de overkoepeling voor een paar winkels. Hij had z’n voeten ook al een tijd niet gewassen, het eelt was zwart. Zwervers en daklozen heb je hier dus ook. We besluiten de parasol te bezichtigen. Je kunt er namelijk via een onderingang helemaal overheen lopen. Heel gaaf om te zien. Het is compleet van hout en steekt ontzettend af bij de rest van de stad, wat het mooi maakt. We maken ons rondje af en besluiten te lunchen en een ijsje te eten bij een ijssalon waar we een week geleden warm werden gemaakt voor heerlijk ijs, door ons een klein beetje maar overheerlijk ijs te laten proeven. Het was genieten. Deze dag vloog voorbij. Na een poosje te hebben gelegen op ons bed, te douchen en een boekje te hebben lezen, mogen we ook nog meegenieten van onze bovenburen die het erg gezellig hebben. Deze dag kan niet meer stuk. Gauw banen we ons een weg richting de uitgang van het hotel en lopen richting een Mercado. Tja, die hebben we niet veel in Nederland en je kunt allerlei eten kiezen. Heel fijn. We genieten.

De volgende dag ontbijten we in ons kleine maar gezellige ontbijtkamer van de bed and breakfast. Lekker zelfbediening en gezelligheid om ons heen. Met onze koffers lopen we daarna richting de auto. Die hoeven we gelukkig niet te zoeken. Dit keer niet. We stoppen onze koffers erin en drinken nog een kopje koffie in de stad. Daarna vervolgen we onze weg naar het vliegveld, onderweg stoppen we nog bij een tankstation. De auto wordt ingenomen en het is helemaal goed. Geen kritische blik. Komt vast omdat het dit keer een man was die ons hielp. Het vliegtuig stond al klaar. Dag Spanje, we hebben van je genoten. Wij gaan we naar een land waar het statistisch gezien iets meer regent dan twee á drie dagen in Augustus, maar wel een land waar we van houden. Adíos!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Renate

Actief sinds 26 Juli 2012
Verslag gelezen: 1611
Totaal aantal bezoekers 26351

Voorgaande reizen:

24 Juli 2014 - 04 Augustus 2014

Annely en Renate gaan rechtdoor

06 September 2012 - 29 Maart 2013

overwinteren DOWN UNDER.

Landen bezocht: