endless country & endless sea. - Reisverslag uit Mosman, Australië van Renate Berg - WaarBenJij.nu endless country & endless sea. - Reisverslag uit Mosman, Australië van Renate Berg - WaarBenJij.nu

endless country & endless sea.

Blijf op de hoogte en volg Renate

25 Januari 2013 | Australië, Mosman

Hi, how're ya?!

Het liefst zou ik ook lekker 'mate' zeggen maar ja ik ben een meisje. Eigenlijk doen alleen mannen dat onderling, het is gewoon oneerlijk! Daar was ik weer, dit keer lekker snel! Althans wat sneller. Ik vergeef het je overigens ook als je dit verslag niet helemaal leest .. al is het wel de moeite waard denk ik. Vrijdag ging ik vrij op tijd naar het hotel van m’n ouders toe om ze op te halen. Jahaa ik had de auto dus dat was fijn, nu kon ik die lekker pakken wanneer ik maar wilde. Wel de kilometers opschrijven natuurlijk .. Ik nam ze mee naar Balmoral beach voor een koffie in Bathers, even op het strand liggen en een lunch. Die avond zouden we bij Kate gaan eten dus we liepen nog even naar Mosman Jn voor een bloemetje. Ik vroeg voor de zekerheid maar even hoeveel een boeketje zou kosten, in Mosman weet je het maar nooit. Dit was geen vraag teveel. Net als de speciale aanbieding van de kapper in Mosman was een boeketje ook $100 dollar. Dat was natuurlijk iets teveel van het goeie en we pakten een bosje roosjes die een Nederlands prijsje hadden. M’n ouders gingen met de taxi terug naar het hotel en ik mocht nog even met Abby naar de Sirius Cove. Dit werd m’n eerste keer alleen met Abby naar die cove waar ze ook lekker kon zwemmen en van de lead mag, maar dat kon ik. Het was eigenlijk best leuk! Zij kon lekker rennen en de zee in en uit. Thuis moest ik nog even het huis opruimen, al mijn spulletjes van de keukentafel af en stofzuigen zodat het er weer uitzag alsof het niet gebruikt was. Ik zou m’n ouders treffen in Mosman Jn en van daaruit reden we naar Kate, die niet veel verder woonde.

Bij Kate’s appartement aangekomen zat Maryan daar ook, een vriendin van Kate. Even voorstellen maar gauw konden we genieten van het uitzicht. Kate heeft namelijk uitzicht over de Harbour Bridge en het Opera House, geweldig mooi! We gingen lekker zitten op de veranda en onder het genot van een wijntje en een bikkie met kaas kletste we gezellig over van alles en nog wat. Voor mij was dit wel echt het hoogtepunt van de dag en niet alleen letterlijk op de 12e verdieping. Heel leuk om zo ook bekenden van mij én heuse locals aan m’n ouders voor te stellen. Het weer was ook heerlijk en in het donker konden we alle schepen langs zien varen, ook de kleine bootjes overigens. Rond een uur of 10 bracht ik die jetlagpeeps weer naar het hotel.
Zaterdag zou ik de stad laten zien. Eerst maar weer naar de Sirius Cove, ja ik had de smaak te pakken! Leuk een hond! Dat ik dat ooit nog zou zeggen .. De stad in! Daar liep ik bijna hetzelfde rondje als vier maanden geleden. Ik denk dat ik wat dingen vergeten ben, waaronder de vogelkooien in George Street maar de belangrijkste dingen heb ik wel laten zien en ik denk dat we een behoorlijk eind hebben gelopen. Bizar hoe snel alles gewoon is, zo voelt het voor mij namelijk als ik er loop. Het was een warme dag. We sloten de dag af met een tochtje in de ferry naar North Sydney.’s Avonds hebben we In het hotel van m’n ouders gegeten.

Zondag gingen we naar de Hillsong church in de morgen en nog nooit heb ik zo gelachen als vanochtend. In de kerk ja en ik had weer m’n zwarte kousen niet aan, het moet niet gekker worden. Als spreker kwam er een grote, zwarte man op het podium. Hij vertelde dat hij uit Texas kwam, Amerikaans kon spreken maar net zo snel over kon schakelen naar Afrikaans/Engels. De eerste lachsalvo’s klonken door de kerk. Typisch zo’n momentje: ‘had je bij moeten zijn.’ Hij sprak over Genesis en seizoenen in je leven. Ook jullie wil ik nog even de boodschap meegeven: ‘No matter what season, trust in God, He’ll carry you through the day so you’ll have a great year!’ En dat seizoen is natuurlijk niet lente of zomer maar een seizoen in je leven. Hij was enthousiast en ik denk dat iedereen van begin tot eind geboeid was. Erg gaaf! De rest van de zondag hebben we gerelaxt in het hotel. Het was ook echt Nederlands weer, de regen waar ik die dinsdag daarvoor naar verlangde kwam nu met bakken uit de hemel. Een beetje Nederland in Aussie. Soms is het weer hier net zo onvoorspelbaar. Net voor de kerk zouden we nog even ‘Hi’ zeggen bij Mike&Fiona. Erg leuk om ze weer even te zien, voor mij was het ondertussen ook alweer een week geleden en aan m’n ouders voor te stellen. Even vlug een bikkie en op naar de kerk. Nog steeds was het flutweer, echt zulke regen had ik hier nog niet gezien. Alhoewel ik denk dat het met Kerst ook zo regende maar m’n gordijnen zaten dicht .. Na de kerk hebben we bij Bathers, aan het strand gegeten. Erg leuke plek!

Maandag begon onze trip! YAY! We haalden de campervan op in Sydney, vlakbij het vliegveld. Een Duits meisje hielp ons, ze herkende een aantal woorden die wij in het Nederlands spraken. Ook zij had een working holiday visum, eigenlijk net als de meeste mensen hier! We bewonderden nog even een huwelijksaanzoek in de lucht : MARRY ME ERICA, die door een vliegtuig werd geschreven. Helaas was de MARRY al een beetje uitgezakt toen alleen ERI er nog maar stond maar dat hinderde niet, ik denk dat Erica heel blij is .. Goed de campervan werd gecheckt en dubbelgecheckt en off we went!

Aangezien het ’s ochtends niet zo warm leek en we moesten oppassen voor de bosbranden die toch wel veel in de buurt waren besloten we richting Canberra te gaan. Het was toch een vrij lange tocht en ik besloot dat ik toch maar niet ging rijden. Het Duitse meisje van Apollo, merk van de camper, gaf namelijk een ietsje grotere camper mee dan we eigenlijk geboekt hadden. Nu waren we ook met z’n drieën dus een zespersoons camper hadden we dan ook echt wel nodig. Prima! Per dag zouden we een camping boeken dus we moesten er nog even één regelen voor die avond. Uiteindelijk kwamen we kwart voor 9 op een camping aan. We kregen de sleutel van het stroompunt, of nee die kregen we niet. Daar kwamen we achter toen we de camper al ongeveer klaar hadden staan. Ik besloot terug te lopen maar aangezien het 9 uur was, waren ze gesloten. Ik kon ze nog horen praten dus klopte op het raam en de deur maar er werd niet opengedaan. Toen bedacht ik als ik hen kan horen, kunnen ze mij ook vast horen. Ik denk eigenlijk dat ze dat ook wel konden maar ze reageerden niet. Een paar Nederlandse zinnen kwamen toen uit mijn mond richting het raam waar de mensen zaten. Ik denk wel christelijke woorden want die dingen groeien namelijk ook aan een boom. Daarna ben ik weggelopen. Mijn vader (is de beste) heeft toen de stekker aan het stroompunt van de buren gedaan. PUH!

De volgende dag hadden we nog een lange tocht voor de boeg. Zo’n 750 km, i reckon. We wilden proberen aan het begin van de Great Ocean Road te zitten. Mooie landschappen met de molentjes van Mc Cleods daughters passeerden we. Boederijen met koeien, grijsachtige schapen en paarden. Uitgestrekt en wijds. Vlak maar vooral ook heuvelig. Het oneindige land. Geen kangoeroe gezien, dat wil zeggen geen levende kangoeroe. Dode beesten lagen er genoeg langs de weg. Niet alleen kangoeroes maar ook zagen we hagedissen en wombats. De afmetingen van de hagedissen die we langs de weg zagen waren iets groter dan degene die altijd onder de auto of boom glippen als ik thuis kom. Het lukte ons en rond een uur of 7 kwamen we aan op de camping in Geelong. Een plaatsje aan het begin van de Great Ocean Road. Een mooie camping. Ik besloot toch maar een route uit te stippelen aangezien we nog een week hadden waarin we veel wilden zien maar ook terug moesten komen in Sydney. Daarbij moest er ook speling zijn voor eventuele bosbranden en ontoegankelijke wegen.
Woensdag begonnen we aan de Great Ocean Road. Het eerste punt waar we stopte was al gigantisch mooi. Bells Beach, dichtbij Torquay waar de GOR begint. Het water helderblauw zo uitgestrekt dat het lijkt dat er geen einde is. De oneindige zee. Duidelijk was de GOR meer toeristisch dan de wegen waar we ons daarvoor op begaven maar dit hinderde niet, de uitzichten waren werkelijk waar prachtig. De volgende stop was bij de Split Point lighthouse. Een heel schattig witte vuurtoren met een rode ‘dop’. Ik was op slag verliefd. Daar hebben we een milkshake met scones genuttigd in een -ook al- schattig theehuisje. Leuk ingericht met kleine strandhuisjes -toch beetje zeeland- die diende als toiletten. Het weer was ook heerlijk. We vervolgden onze weg en kwamen bij Lorne. Volgens de boekjes moest hier een prachtig uitzicht zijn maar die hadden we gemist denk ik. We kwamen bij Devils elbow waar we door een Aussie werden gewaarschuwd. Er was namelijk iets verderop de route een motorongeluk gebeurd, we besloten toch onze weg te vervolgen. Na niet veel oponthoud kwamen we bij Cape Patton. Dit uitzicht lag vrij hoog in de bergen waardoor het uitzicht erg mooi was. Een helderblauwe zee met een gele gloed over verder weggelegen bergen. De volgende stop zou Apollo Bay zijn waar we eigenlijk zouden blijven slapen. Dat was het plan maar elke camping was ‘booked out’. Het was nog vrij op tijd en zo flexibel als wij zijn besloten we de GOR nog een stukje verder te volgen naar Port Campbell. Een heel stuk reden we door het regenwoud wat vergeleken met de rest van de route toch vrij veel hetzelfde was. Een paar geelachtig heuvelige landschappen onderbraken dit en af en toe was er zelfs nog een glimp te zien van de oceaan. Ook hier waren de ‘Mc Cleod molentjes’ vrij veel te zien. Uiteindelijkkwamen we dichtbij de Twelve Apostles. Eerst waren we er per ongeluk aan voorbij gereden. Loch Ard Gorge en de Thundercave waren nu eerst aan de beurt. De zon die over de zee schittert en de woeste golven waren awesome. Loch Ard Gorge is een uitmonding van de zee waar ooit een schip is vergaan. Een jongen wist een meisje aan land te krijgen en hulp te zoeken waardoor ze het beiden hebben overleefd. Best romantisch, ik denk namelijk wel dat ze getrouwd zijn. Dat moet wel. De Thundercave zag er in eerste instantie hetzelfde uit, bijna hetzelfde dan maar aan de andere kant was geen strand maar een tunnel waarin de golven wild tegen de randen opklotsten. Heel indrukwekkend. Terugrijdend kwamen we dan toch op de juiste plek om de Twelve Apostles te bezichtigen. De zon was nog iets verder gezakt en dit was volgens de boekjes ook weer de beste tijd om daar te zijn. Niets bleek minder waar. WAUW! Adembenemend. Waarom deze rotsblokken die meters boven de zee uitsteken de twaalf apostelen zijn genoemd, kwamen we niet achter. Internet geeft ook geen duidelijk antwoord. Eerst heette deze reusachtige rotsblokken ‘the Sow and piglets’. The Sow was het Mutton Bird Island wat net bij Loch Ard Gorge ligt en ‘the Twelve Apostles’ waren de ‘Piglets’ -biggetjes-. De naam is begin 20e eeuw veranderd naar Twelve Apostles. Locals suggereren dat dit komt doordat de rotsblokken -oneerbiedig gezegd- zoveel kracht en aanzien hadden dat een Bijbelse naam niet kon missen. In die tijd waren de mensen ook wat religieuzer volgens internetbronnen. Nou wie weet heet het over 100 jaar weer anders. Ik denk dat ze dan worden vernoemd naar de 12 sterrenbeelden in de dierenriem met als 13e sterrenbeeld Slangendrager, er zijn immers ook 13 ‘rotsblokken’. Al vind ik persoonlijk de ‘Twelve Apostles’ mooier maar ja ik ben dan ook een ‘gristen’. Ze geven een prachtig beeld, sowieso. Moe maar voldaan besloten we daarna gauw door te rijden naar de inmiddels gebelde camping in Port Campbell, waar wel plek was. Een kleine camping. Zin om te koken hadden we spontaan niet meer dus we liepen richting het dorpje. Het enige dat open was, was een pub waar je kon eten en FISH&CHIPS. Keuze was gauw gemaakt. Dat werd FISH&CHIPS. Mmmm. ’s Avonds ben ik nog bij een groep bierdrinkende Duitsers gaan zitten. Onee, dat deed ik niet. Het kon wel makkelijk maar ik denk dat het alleen voor mannen was en schreeuwende vrouwen. We hadden weer eens geen WIFI dus m’n moeder ging haar kaartspelletje op de Ipad maar doen en m’n vader rookte een sigaar zoals elke avond. Het kind ging naar bed. Onee zo erg was het niet. We hebben nog gezellig even gekletst enzo.

De volgende ochtend vertrokken we iets later dan eigenlijk mocht maar niemand wist het. We hadden maar een klein stukje voor de boeg naar Warrnambool, dat hield in twee uur rijden. Dat is hier een klein stukje. Onderweg kwamen we nog langs de London Bridge. Indrukwekkend! Deze grote rotsbrug had eigenlijk twee poorten maar nu was het een losstaand blok geworden met één poort. De andere is namelijk in elkaar gestort toen ik nog in de buik zat, in 1990. Eerst kon je dus van het land zo de brug op lopen. Er waren dus ook serieus mensen die op het andere blok waren toen het middenstuk naar beneden denderde. Die zijn later bevrijd door een helicopter. In die helicopter zaten ook nog mensen, het was geen Budgie. We kwamen nog langs een paar mooie uitzichten waar we ook nog stopten. Aangekomen na een slingerig stuk op de Great Ocean Road in Warrnambool, gingen we daar lekker naar het strand. Dat was wel even genieten.

Stiekem keek ik uit naar Philip Island waar we de volgende dag heen zouden trekken. Daar kon je namelijk pinguins uit het water zien komen. We hadden een behoorlijk eind rijden voor de boeg en het was een redelijk spannend stuk. De bos/grasbrandinformatie werd goed in de gaten gehouden. We moesten namelijk een stukje door het binnenland. Gelukkig geen branden gezien, wel zagen we geregeld zwart geblakerde velden of bomen. Philip Island was ook helemaal ‘booked out’, dus wij verbleven op een camping in San Remo met erg leuke eigenaars. Ze hielpen ons gelijk aan tickets die je blijkbaar moest hebben voor de ‘Penguin Parade’. Een taxi bracht ons naar Philip Island en liet ons gelijk erg mooie plekjes zien, dat waren ook voor mij de eerste ‘wilde’ Kangoeroes. Ik bedoel Wallabies, een kleinere soort van de Kangoeroe. Het eiland had erg mooie plekjes. Als we meer tijd hadden gehad, waren we hier vast langer gebleven maar ja we moesten ook weer terug naar Sydney. Hadden we net ons eten in ons hand in het gebouw van de Penguin Parade, gaat het brandalarm af. Ik kan je één ding vertellen als er overal bosbranden en grasbranden zijn, schrik je wel even. Alhoewel ik dan. Scheiterd, i know. Goed iedereen bleef rustig staan en niemand deed wat. Sommige aten rustig verder. Ik keek dit schouwspel even aan maar vertelde m’n ouders dat ik liever buiten wachten in plaats van toch overvallen te worden door een vuur. Scheiterd dus. Ik liep in de richting van de buitendeur waar al meer mensen zich verzamelden, om naar buiten te gaan. Later bleek de popcornmachine in de brand te zijn gevlogen. Niets aan de hand, iedereen kon weer naar binnen. Even later zochten we een plekje op de gemaakte tribune bij het strand. Het was totaal niet zoals we het hadden voorgesteld maar blijkbaar de enige manier om dit bijzondere natuurspel te aanschouwen. Wij dachten in de gras te moeten neerduiken en zo de pinguins te kunnen zien. PINDAKAAS. Mijn vader was daarbij ook nog een pietsie beetje ‘naughty’. Er waren namelijk ook rangers want het was deel van een National park om ook die pinguins te beschermen. Je mocht bijvoorbeeld geen foto’s maken. Mijn vader ging buiten de tribune zitten, eerst op wiebelige planken daarna iets meer naar binnen, dit mocht natuurlijk óok niet. Dat kwam de ranger even vertellen en dat vond m’n vader niet zo leuk want ja hij mocht ook al geen foto’s maken. ‘Ik mag ook niets.’ Oke dat zei hij niet. Mijn moeder en ik gingen wel spontaan Duits praten. Nee, ook eigenlijk niet. Uiteindelijk na een waarschuwing over foto’s maken ging de ranger weer weg. M’n vader sprak nog wel netjes met twee woorden, hij zei namelijk: ‘Oke ranger!’ Wel een beetje op z’n Nederlands, maar vooruit. We hadden al een uur op die tribune gezeten en waren behoorlijk koud toen de pinguins in groepjes de zee uit kwamen waggelen. Wat een bijzonder gezicht. We zagen groepen met honderden dwergpinguïns aan land komen waggelen. Het zijn alleen volwassen pinguins want de baby’tjes waren aan land, daar kwamen ze voor natuurlijk om de visjes die zij hadden doorgeslikt, nu weer uit te spugen in de mondjes van hun baby’tjes. Weer zoiets waarvan ik blij ben dat wij mensen niet zo onze baby'tjes voeren. Ik zag trouwens nog wel dat m’n vader stiekem toch een foto maakte. -het beeld was alleen overwegend zwart, hihi- We liepen na een tijdje verkleumd terug over een soort brug en daarlangs kon je de pinguins van dichtbij zien waggelen. Eigenlijk vond ik het zielig, al die Chinezen foto’s maken met hun iPhone’s enzo. Moet je nagaan, iedere dag allemaal mensen die komen kijken hoe jij je visjes naar je kindjes gaat brengen. Als ik hun was, had ik mooi een ander strand uitgezocht! Goed, ik ben geen ranger. De taxichauffeur bracht ons terug naar de camping.

De Southcoast zou volgen, weer een hele reis voor de boeg waar we prachtige uitgestrekte landschappen passeerden. Hoe meer ik van dit land zie, hoe meer ik van dit land houd. Heus. Wel waren de bosbranden nu vrij dicht in de buurt. We zagen er een aantal op de weg naar Eden, waar onze volgende geplande stop zou zijn. We moesten eerst maar is zien of we zover kwamen, dat was het advies van de campingeigenaar want de Princess Highway die we de komende duizend kilometer moesten volgen kon afgesloten zijn. Highways volg je hier inderdaad duizenden kilometers. We hebben uiteindelijk 2850km gereden en dat op zo'n drie highways. De branden die we zagen waren ook nog op 50/60 km afstand overigens dus nothing on the hand! Even later zagen we een helicopter met een bak eronder. Ik hield de fireready site goed in de gaten en alle branden op onze route waren toch wel zo’n beetje ‘under control’. We bereikten Eden. De camping was voorzien van een privéstrand en een meertje. Het was te laat om te zonnen maar heerlijk om ’s avonds even een boekje te lezen met het geluid van de golven op de achtergrond. Mmm. Ik houd van de zee en het strand. In het toiletgebouw had een meisje nog dé tandenborstel die zorgde voor toch een behoorlijke glimlach op mijn gezicht. Zij had namelijk een Justin Bieber tandenborstel. Die ook gewoon één van zijn nummers afspeelt als je tandenpoetst. Ik weet weer wat ik voor mijn verjaardag moet vragen. -Die is ook al bijna .. aaaaah gewoon al 22. De leeftijd waarvan ik vroeger dacht dat je dan minimaal al getrouwd moest zijn, naja nu dan maar een Justin Bieber tandenborstel, bijna hetzelfde.- Batemans Bay was de volgende stop op twee uur rijden van Eden vandaan. Daar hebben we weer heerlijk relaxt gedaan. Weer met privéstrand van de camping. Rusten hoort ook op de rustdag toch? ’s Avonds hoorde ik weer de bekende stem van Ds. de Koeijer door de camper. De oudjaarspreek en ik denk dat mijn zegeningen momenteel ontelbaar zijn!

Maandag vervolgde we onze reis naar Kiama, een tussenstop zouden we maken in Jervis Bay op advies van Mike&Fiona. Wisten wij veel dat je dan een geheel (betaald) National Park in moest rijden. Het was er wel prachtig maar na zoveel uren in de camper heb je ook gewoon veel behoefte aan lekker luieren. We reden dus daarna gelijk door naar Kiama waar we nog heerlijk op het strand hebben gelegen. De laatste dag en ik keek ook een beetje op tegen mijn werk en mijn ‘thuis’ hier na eerst een week home alone en daarna een week met de ouders waar ik weer lekker mezelf kon zijn, alles kon zeggen en vooral gewoon vrij te zijn! Misschien had ik toch moeten gaan backpacken .. We genoten ’s avonds nog van een lekker wijntje, zoals bijna elke avond. Oh ja vreselijk 'unusual' volgens Mike, maar ik denk zomaar dat wel meer mensen dat op de camping deden. Dit was trouwens ook de eerste camping waar het niet stipt om 10 uur stil was. Op veel campings was het stipt 10 uur stil, waren alle zitplaatsen voor de caravans leeg en de lichten uit. Andere leuke weetjes over campings hier, ze hebben allemaal een BBQ plaats, een campingkeuken waar je zelf kunt koken als je bijv. met je tentje reist, een washok maar ook ‘openbare’ waslijnen. Het kan natuurlijk zijn dat wij een beetje zijn 'verladrailled' maar dit hadden wij nog niet vaak gezien. Dinsdag vertrokken we naar Sydney. Ik zou m’n koffers inpakken en met m’n ouders mee terug gaan in het vliegtuig. Grapje. Ik zou m’n koffers pakken en één aan hen meegeven zodat ik die niet mee zou hoeven te sjouwen op mijn Eastcoast trip. Daarna zouden we de camper wegbrengen en nog gezellig ergens eten. ’s Middags nog even gerelaxt in het hotel en daarna met de bus richting Darling Harbour waar we bij de Thai hebben gegeten. ’s Avonds namen we afscheid. Ik blijf het naar vinden: afscheid nemen. Nu zijn er nog 6 weken werken over en 3 weken reizen. Tijd vliegt maar ik zal zorgen dat het gaat fladderen. Optimaal genieten deze laatste twee maanden. Heel dubbel hoor, enerzijds verlang ik best wel eens naar Nederland, naar familie en vrienden maar anderzijds vind ik het hier ook heerlijk en baal ik dat het er al bijna op zit.

Mijn ouders zitten momenteel in het vliegtuig, ik heb m’n eerste luiers weer verschoond en de eerste wasjes weer buiten gehangen. De jongens waren blij me weer te zien en ik stiekem ook om hen weer te zien. De koffer die eigenlijk ook in het vliegtuig had moeten liggen, staat inmiddels weer in m’n kamer. Ze wilden hem alleen meenemen voor maar liefst $1100,- dus dat ging mooi niet door. Samen met Anni heb ik de koffer maar weer opgehaald van het vliegtuig. Nu ga ik even uitvissen of ik hem via het schip kan laten overvaren, misschien dat ik dan wel al jullie lieve kaartjes en fotootjes er uithaal. Beetje te bang dat m’n koffer verdrinkt en de Noordzee nooit zal bereiken na drie maanden. Dat ga ik nog uitvissen dus. Dit is volgens mij ook wel weer even voldoende. Ik ga nog even wat fotootjes uploaden en nog een ‘zwemje’ doen in de zee. De zomer loopt hier wel een beetje af maar we hoorde van de week dat de temperaturen hier in de winter overdag nog steeds rond 20-23 graden zijn dus echt zorgen maak ik me niet. Ach en dit is nou eenmaal het ‘no worries’ land.

Oh en hebben jullie weleens een witte papegaai met bronchitus gehoord. Ik wel. Hij zit hier in de boom en hij klinkt nog beroerder dan normaal ..

With lots of love,
Renate

  • 25 Januari 2013 - 16:28

    Karin:

    Renaat!

    Leuk om al je belevenissen te volgen!
    Geniet !!

    Liefs Karin

  • 26 Januari 2013 - 10:36

    Steven En Diny :

    Ha Renate ,

    Weer genoten van je verhaal !
    Enne ....gewoon helemaal gelezen hoor ...je kan altijd nog schrijfster worden :-)

    Liefs van de Maziertjes.

  • 26 Januari 2013 - 17:29

    Tineke:

    Hé Renate!

    Leuk om weer van je belevenissen te lezen!
    Geniet nog van je tijd daar!

    Groetjes, Tineke

  • 26 Januari 2013 - 19:05

    Annely:

    Darling!

    22 en getrouwd?!
    Thja.. 'Wijsheid komt met de jaren'

    Eerst fijn reizen!
    Enjoy,

    X

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Mosman

Renate

Actief sinds 26 Juli 2012
Verslag gelezen: 406
Totaal aantal bezoekers 26417

Voorgaande reizen:

24 Juli 2014 - 04 Augustus 2014

Annely en Renate gaan rechtdoor

06 September 2012 - 29 Maart 2013

overwinteren DOWN UNDER.

Landen bezocht: